Romeinen 1:26
Het was niet meer dan logisch dat Beatrijs door haar verleden als vrijwilligster in de bibliotheek van het dorp, ook de taak op zich zou nemen voor de verzameling religieuze werken die de kerk in de loop van de decennia had verzameld. Nauwgezet als ze was beperkte zich dat niet alleen tot het minutieus onderhouden, lees oppoetsen, van de werken, maar startte ze ook een digitale administratie van de werken. Elk boek werd genummerd, beschreven en vervolgens gekoppeld aan een planknummer in de kasten in de zijbeuken van de kerk. Ieder ander zou het overdreven hebben gevonden om de hooguit honderd boeken zo vast te leggen, maar niet Beatrijs. Zij zocht perfectie. Gevolg van deze dadendrang was een jaarlijkse inventarisatie van de werken. Net als in winkels nam zij eens per jaar alle boeken op, controleerde de staat en zorgde dat het boek ook precies op de plank stond die haar nummering aangaf. Ze mopperde dan op de slordigheid van de koster of de dirigent van het kerkkoor, en zelfs op de pastoor als boeken een rij lager bleken te staan dan haar administratie aangaf. De laatste jaren had beatrijs de gewoonte aangenomen die inventarisatie op de ochtend van Nieuwjaarsdag te laten plaatsvinden, als het nog rustig was, en om het jaar goed te beginnen, zo hield ze zichzelf voor. Ieder jaar vroeg ze in de bijeenkomsten rond kerst of er vrijwilligers waren om haar te helpen. Nooit kreeg ze een respons. De laatste hulp kwam van de koster, meer dan vijf jaar geleden, en die maakte er zo’n zootje van dat Beatrijs hem liever kwijt dan rijk was. Ze maakte zich ook dit jaar alweer op voor een rustige ochtend alleen.
Dat was ook de reden dat ze het aandurfde die ochtend om haar geïrriteerde schouderbladen de rust te gunnen van een BH’loze ochtend. De voorbije dagen had ze de rode vlekken onder haar BH-bandjes ontdekt die voor jeuk en lichte pijn zorgden. Zalfjes hielpen wel, maar verschoven het probleem steeds naar de plek waar de bandjes haar 85DD borsten enigszins in toom hielden. Het zou ongehoord zijn zonder BH het huis te verlaten, laat staan de kerk te betreden, maar de gewoonte, de verwachting alleen te zijn deze ochtend, en de onbeschrijflijke jeuk deden haar toch besluiten vandaag een uitzondering te maken. Ze knoopte haar blouse tot het bovenste knoopje dicht en poseerde even voor de spiegel om de schade te bekijken. De blouse was van voldoende dikke stof om enige huid te zien. Dat was niet het probleem. Beatrijs twijfelde wel over de vorm, nu de borsten vrij bungelden en dus hingen in haar blouse, in plaats van omhooggeduwd stonden door een BH. Ze bemerkte ook puntjes in de smetteloze witte blouse. Puntjes die anders door een BH afgestompt werden stonden nu recht vooruit. Als ze bewoog, bewogen haar borsten versterkt mee. Ze moest gratie bewaren, kalmte. Anders zouden haar borsten als waterzakken voor haar lijf klotsen, tenminste, zo voelde beatrijs dat. Onacceptabel, fluisterde ze tegen zichzelf toen ze die ochtend toch de jas over haar ‘naaktheid’ onder haar blouse aantrok, de kraag hoog opsloeg en naar buiten ging, op weg naar de kerk.
In de kerk was het koud. Dat merkte ze niet eens meteen. Ze had haar jas opgehangen en was meteen aan de slag gegaan om de boeken per plank uit de kast te halen, goed te onderzoeken en eventuele beschadigingen te noteren in haar administratie. Pas toen ze even stilhield voor een thee uit haar thermosfles, voelde ze een kouderilling. En niet alleen dat. Ze merkte ook hoe haar puntjes nu hard in haar blouse stonden. Even probeerde ze die weg te drukken. Ze kneep er zelfs met duim en middelvinger in, om vervolgens de puntjes alleen maar harder te zien worden. Nu ze het eenmaal gezien had, begon ze het ook te voelen. Elke beweging die ze maakte bracht haar aandacht naar de harde tepels die aan de binnenkant van haar blouse schuurden en een tinteling door haar lijf liet stormen. Ze probeerde haar bovenlijf stil te houden, te lopen zonder beweging te veroorzaken. Tevergeefs. Elke stap, elke handreiking, elke draai verschoof haar blouse over haar harde tepels. Het maakte haar radeloos.
Tot overmaat van ramp kwam al vroeg in de ochtend opeens iemand de kerk inwandelen. Het was de bakkerszoon die net zijn Nieuwjaarsbrood had bezorgd die hij en zijn vader die ochtend hadden gebakken. Hij had de bede van Beatrijs tijdens de kerstbijeenkomst wel gehoord en had zich voorgenomen Beatrijs te verrassen met zijn hulp. Zijn stem deed Beatrijs opschrikken. Ze vergat even haar ‘probleempje’ en begroette de jonge jongen. Zijn wijde broek en openstaande witte blouse gaf hem een slonzige uitstraling, maar de lange blonde krullen, zijn vrolijke oogopslag en zijn stevige postuur maakten dat Beatrijs pas laat bemerkte dat haar ogen wel heel lang op het gespierde lichaam en de blote borstkas bleef houden alvorens verrast te vragen waarom hij juist haar vandaag wel kwam helpen. De jongen bemerkte de zenuwachtige reactie van de vrouw die wat leeftijd betreft zijn moeders gelijke was. Hij merkte hoe ze stotterde, bijna struikelde, en vooral hoe haar ogen over zijn lichaam dwaalde zoals hij alleen bij de jonge huishoudhulpen zag als hij bij hun werkgevers het ochtendbrood aan de deur leverde.
Beatrijs probeerde hem en zichzelf af te leiden door meteen aan de slag te gaan. De bakkerszoon genoot van haar onhandigheid en liet zich door haar leiden in de klusjes. Wel zorgde hij ervoor zo dicht mogelijk bij haar te blijven om te blijven ontdekken hoe de dame naar hem staarde. Daarbij bemerkte hij natuurlijk ook snel de puntjes in haar blouse. Twee harde puntjes die meerolden als Beatrijs bewoog. Twee harde puntjes op een paar bungelende borsten. Hij wist meteen dat ze BH’loos liep en zocht elke kans haar tot beweging te dwingen, en daarmee haar vlees aan hem te presenteren. Hij wist ook dat het haar zenuwachtig maakte, ook zij zou de beweging voelen. Ook zij zou merken dat haar borsten voor zijn jonge ogen bungelden. “Wat is uw favoriete boek?”, vroeg hij een keer. “Wilt u me voorlezen?”. Beatrijs had ook deze vraag niet verwacht en probeerde een wedervraag: “Ik wil je graag voorlezen. Wat is jouw favoriete boek? Dan lees ik je je favoriete passage voor.”
De bakkerszoon knikte, liep naar de boekenkast en pakte het nieuwe testament. Hij legde het op de stoel waarop ook de pastoor altijd geknield voorlas, een bidbankje voor een soort boekstandaard. Hij sloeg het boek open. Daarna liep hij naar de andere kant van het gestoelte en wees Beatrijs haar plek. “Wil je me dit voorlezen? Romeinen 1.” Beatrijs knielde op het bankje voor het boek. “Romeinen 1:26, en verder”, zei de jongen en keek staand vanaf de andere kant van het boek op Beatrijs neer. “Daarom heeft God hen overgegeven”, begon Beatrijs en pauzeerde. De bakkerszoon wist waarom. “Verder”, zei hij. “aan schandelijke hartstochten want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke”. Beatrijs keek blozend omhoog naar de jongen. Die glimlachte. “Verder”. “En evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkaar ontbrand: mannen doen schandelijke dingen met mannen en ontvangen het gepaste loon voor hun dwaling in zichzelf.” Weer keek Beatrijs omhoog. “Is dit wel gepast?”.
De bakkerszoon keek haar aan. Hij ontknoopte de blouse die zijn borstkas al ontbloot liet nog verder tot onder de navel en knoopte daarna de gulp van zijn wijde broek open. Beatrijs keek met grote ogen toe naar zijn gespierde lijf en opende haar mond vol verwachting wat de opengeknoopte broek zou onthullen. Hij haalde zijn halfstijve, halfhangende geslachtsdeel uit zijn broek en sloeg voor Beatrijs’ ogen de hand aan zichzelf, in de kerk, voor de bijbel. Beatrijs kon niet voorkomen dat een druppel speeksel uit haar mond liep bij de aanblik van het enorme geslachtsdeel voor haar ogen waar de jongen de voorhuid van en over een paarse grote eikel schoof. “Verder”, hijgde de jongen. “En omdat het hun niet goeddacht God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan verwerpelijk denken, om dingen te doen die niet passen”, las Beatrijs. De jongen had zijn paal inmiddels op volle sterkte hardgerukt en masturbeerde nu openlijk voor de ogen van Beatrijs. “Verder”, gebood hij opnieuw. “En knoop je uiers los”, voegde hij eraan toe. Beatrijs las verder. “Ze zijn vervuld van allerlei ongerechtigheid, hoererij, boosaardigheid, hebzucht, slechtheid”. Ze las aanzienlijk trager, omdat haar handen hun weg zochten naar haar blouseknoopjes en ze gehoorzaamde te doen wat de jongen haar vroeg. Bij “hoererij” was haar bovenste knoopje los, bij “boosaardigheid” glansde de aanzet van haar grote borsten, en bij “slechtheid” bungelde tot tevredenheid van de jongen haar borsten vrij voor haar. “Hoererij?”, beantwoordde de jongen de zin van Beatrijs. “Ga verder en maak je verder gereed”, zei de jongen kalm.
Beatrijs sloeg pardoes een zin over en vervolgde met “Kwaadsprekers zijn het, lasteraars, haters van God, smaders, hoogmoedigen, grootsprekers, bedenkers van slechte dingen, ongehoorzaam aan hun ouders,”. Ondertussen boog ze verder voorover en trok haar rok omhoog tot over haar heupen. Dat gaf haar toegang tot haar onderbroek die zij de omgekeerde weg van haar billen liet glijden. Ze wipte handig met haar knieën op om het via haar enkels te laten verdwijnen. : “onverstandigen, trouwelozen, mensen zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, onbarmhartig.” Waren haar laatste woorden uit de bijbel voor haar. Bij “trouwelozen” had de jongen al positie achter Beatrijs genomen en zijn inmiddels volledig vrije eikel tegen de lippen van Beatrijs geplaatst. Allebei verbaasden ze zich over de natheid en het gemak waarmee de paal in haar spleet verdween. Na “onbarmhartig” was Beatrijs niet meer in staat te spreken, niet eens meer in staat letters en woorden te onderscheiden. Ze was in een staat van opwinding die haar ongekend was. De jongen was enorm, vele male groter en dikker dan haar echtgenoot. De jongen greep haar heupen om zijn ritme aan te geven. De jongen had een uithoudingsvermogen, en bracht Beatrijs al voorbij die grens, die grens van totale ontlading, van hoererij, van trouweloosheid, van verlangen en genot, voordat hij zelf in haar spoot, aangemoedigd door een samenkrampende Beatrijs.
Niemand zou ooit achterhalen dat enkele boeken dit jaar niet op de juiste plek in de kast zouden staan.
2572 keer gelezen
Score: 7
(van aantal stemmen: 7)
Je moet eerst inloggen om te kunnen stemmen.